Waarom zitten we als makke schapen te wachten in de wachtkamer. Het maakt iet uit welke medische instelling het is, in elke wachtkamer lijkt het wel het comdoleancebezoek van een dierbare overledene. Zwijgen is het devies, begripvol na elkaar knikken. Het enige dat ons er aan herinnert dat we in een wachtkamer zitten is, indien nodig, het "wie was er het laatst" moment. het moment dat we ons ineens moeten herinneren wie er ook al weer voor ons was.
Gisteren was ik bij de dokter en blijkbaar had deze goed geslapen en zat het tempo er goed in want ik hoefde maar een kwartier langer te wachten dan de planning aangaf. Een babbeltje in de wachtkamer zat er niet in. Blijkbaar vraag je niet "waar komt u voor?" aan degene voor je. Uit beleefdheid waarschijnlijk, de ander niet in verlegenheid brengend. Stel je voor dat je moet vertellen dat je een pussende piercing in je penis hebt. Of last van licht urine verlies. Of je kunt trots vertellen dat dat spotje over jou gaat.. Over het jeweetwel probleem van mannen. Waar je al die mailtjes voor krijgt.. Jeweetwel..
Of omdat mensen, net als ik, een beetje zenuwachtig zijn bij de dokter. Het is een soort automonteur. Althans voor mij. Ik heb ab-so-luut geen verstand van autotechniek. Dus als ik naar de garage moet en hij verteld mij dat de bobine stuk is dan moet ik eerder aan Gert en Samson denken dan aan mijn auto. Of mijn Homokineet.. Zijn dat niet de trappers van je skelter (die ga ik niet uitleggen).. Het verschil is dat je je lichaam niet kunt inruilen als er iets stuk is. Dat je niet voor imitatie of slooponderdelen kunt kiezen als er iets stuk is en je niet de merk-onderdelen wilt kopen (na ja sloop onderdelen zijn er wel.. je moet er alleen zo lang op wachten.
Als je eindelijk naar binnen mag kom je dus binnen in een wereld waar je, als je zelf niet een medisch beroep hebt, geen verstand van hebt. De dokter ziet een patient 10 minuten en heeft een uur of vier spreekuur per dag, vijf dagen per week.. Bijna honderd man (m/v) stiefelt door de praktijk. Allemaal moeten ze even kuchen, hun overhemd uit, worden gepord en geprikt en krijgen dezelfde 4 vragen waar dan een doodsvonnis op volgt. varierend van het standaard minder eten, meer bewegen stoppen met roken tot aan het " u gaat dood "
Bij mij was het gevolg (alweer) een aantal kruisjes op een kaart en bloed laten prikken. Weer een wachtkamer, weer een doodvonnis, maar nu met vertraging.
Deze wachtkamer was anders. Er was namelijk iets wat de gebruikelijke routine doorbrak. Bij binnenkomst, iets voor half negen, waren bijna alle stoeltjes bezet. Een wat gezettemevrouw riep al bij binnenkomst ' u bent na mij hoor ha ha'. Toen had ik het al kunnen weten. Ik liet weten er kennis van genomen te hebben en even een sigaretje te gaan roken. Toen ik terugkwam was er niet de gebruikelijke stilte. Er zaten wat dames die elkaar kenden en waar er 1 van voor mij en 1 na mij was binnengekomen iets te "doof" met elkaar te praten en ook hier en daar kwamen wat gesprekjes op gang. De iets gezette mevrouw vroeg of ze een taxi mocht bellen met haar eigen telefoon en bedankte toen het mocht. DAT was het. Deze mevrouw was niet helemaal 100. Het bleek ook toen ze veel te hardop begon te vertellen over de sportdag voor mensen met een handicap, de regiotaxi, het busje, haar vakantie over drie weken in Kochem (zonder Jochem, Puch en vast niet voor Drei Wochen met haar vrienden in de kroeg).
Ze had geen rem. Ze praatte! Te hard en te veel en het was niet interessant maar het doorbrak de begrafenisstemming en mensen volgden haar voorbeeld en begonnen gesprekjes met de wildvreemden naast hen die hetzelfde lot moesten ondergaan.
De mevrouw-met-steekje-los was voor mij en het werd iets rustiger toen zij, redelijk lang, wegbleef voor haar prik. Ik wachtte en dacht aan de kindertjes die ik bang had gemaakt de vorige keer dat ik hier zat door bij vertrek te zeggen "het doet zeer joh, en ik kreeg geen lollie" wat misschien grappig bedoeld was, misschien een poging om de toen WEL heersende spanning te doorbreken maar zeker niet pedagogisch verantwoord.
Ik mocht naar binnen en in het korte gesprekje met de sadistische mevrouw (hoe kun je anders een beroep hebben waar je iedereen pijn mee doet) kwam naar voren dat ze de spoort-niet mevrouw kende en ik gaf dat ze -auw- de spanning had doorbroken. Klote naald!. Toen we een beetje doorgebabbeld hadden over de uitloop (het spreekuur duurde tot 9:15 het was inmiddels half 10 en de wachtkamer was nog vol) mocht ik met pijnlijke arm naar buiten en riep nog " Wat is dit toch een rare kapster" .. er werd gegniffeld..
Zij moesten nog bij de vampier langs.. Lachen was er nog niet bij.. Voor mij ook niet want nu is de wachtkamer voor de uitslag geopend. Spannend, wat zou ik nu weer hebben.
vrijdag 12 juni 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten