Vanavond was Big op tv. De schattige film met Tom Hanks die op een ochtend wakker wordt en ineens 30 is. Ineens ben je van nog net niet echte puber van 13, die voetbalkaartjes heeft, die meisjes net ziet staan maar de meisjes hebben door dat je liever speelt met je vrienden dan knuffelt met meisjes. En dan ineens ben je 30. De omgekeerde Peter Pan. Je mag alles, en iedereen waardeert je jeugdigheid maar toch blijf je een jongetje van 13. Het gat in de markt voor speelgoedmarketeers...
Ineens herkende ik mezelf in Hanks, zij het dat ik iets minder knap ben. Ik werd op een ochtend wakker en was ineens volwassen. Ik begrijp nog steeds niets van de dynamiek van de professionele wereld, ik begrijp nog niets an dynamiek tussen man en vrouw en verlang er naar om lekker thuis te wonen en naar school te gaan en na school te spelen. Gewoon met de lego of een spel op de computer, buiten oorlogje.. een zomer die eeuwig duurt.
Is het het verlangen om weer bij mama thuis te komen en 10 keer langs haar te rennen en de elfde keer huilend tegen haar aan te kruipen? Of is het het flierefluiten van op school zitten. Of is het het ontsnappen aan verantwoordelijkheid?
Ik speelde met kinderen afgelopen weekeinde op een bruiloft in frankrijk. Ontwapenend hoe een kind het kind in mij herkent. we kletsten, ik maakte domme fouten legde veel moeilijke woorden uit en kletste , knuffelde en danste met een leeftijdsgenootje van 8.
Als ik terugdenk aan de bruiloft weet ik dat ik me vermaakt heb. ik weet ook dat ik hoop dat zij dit vasthoudt en niet op een ochtend wakker wordt en dat haar kat niet meer met haar wil praten.
Wie vertelt me van het leven
Grote broer die weet het best
Als ik groot ben wil ik even
Groot en sterk zijn als de rest
De poes vindt van niet
Hij zegt, ik kan hem niet verstaan
Als ik groot ben is dat van de baan
Want grote mensen praten niet met poezen
En nu ben ik groot
En belangrijk en student
Grote broer, je bent nu dood
Ik heb je nooit als vriend gekend
Je bent een zware man
Je bent een grote, vreemde vader
Een meneer die het weten kan
Maar voor mij ben je alleen maar een verrader
Vlinders zongen in de bomen
Vogels zaten op mijn hand
Kleine man, je bent aan 't dromen
Kom, gebruik nu je verstand
En dat heb ik nu gedaan
Eerst was verstand een heel nieuw spel
De poes kon ik niet meer verstaan
De school werd na een week een hel
Het paradijs is niet voor grote jongens
Tot dusver heel normaal
Iedereen wordt eenmaal groot
Het overkomt ons allemaal
En ieder sterft zijn kinderdood
Je wordt een grote vent
Je wordt een trage lange jongen
Die Tacitus en Wolkers kent
En al zijn dromen netjes heeft verdrongen
Vlinders moeten rupsen worden
Vogels kruipen in hun ei
Vliegen hoort niet in de orde
Van de mensenmaatschappij
Toch is er soms een weg
Toch is er iets dat overleeft
En soms, dan kan je even weg
Omdat wie wil wel vleugels heeft
Als is het dan alleen maar om te dromen
Alleen maar om te dromen
Boudewijn de Groot Voor de overlevenden Lennart Nijgh
maandag 3 augustus 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Probeer toch vooral om voor de rest van je leven dat jongetje te blijven! Een klein beetje desnoods! Ik ben het kleine meisje in mij ook nog steeds niet helemaal kwijt en het helpt! In het contact met kinderen en tieners is het een must!!!
BeantwoordenVerwijderengroetjes, Reinie